Informatie uit het Drents Archief
Informatie uit het Drents Archief
De eerste vermelding van een kerk in Ruinerwold (of Blijdenstein, zoals het vroeger genoemd werd) is in een akte van 1152 * . Uit deze akte blijkt dat de kerk gewijd was aan de H. Maria Magdalena. Oorspronkelijk schijnt de kerk te hebben behoord bij een klooster, eveneens ter ere van Maria Magdalena. Een akte van 1277 is hier de bewijsgrond voor * . Vermoedelijk is dit klooster al in de veertiende eeuw opgeheven en is alleen de parochiekerk overgebleven. In 1332 was deze in het bezit van de abdij Dikninge * . Dit bracht met zich mee dat de abt het recht van benoeming had in Blijdenstein en dat een monnik van Dikninge tot pastoor van Ruinerwold werd aangesteld * . In de zestiende eeuw werd de kerk genoemd als gewijd aan de H. Bartholomeus * . Vermoedelijk is de oude kerk afgebrand en is een geheel nieuwe kerk gebouwd.
In de kerk stond een altaar ter ere van de H. Catharina. Aan dit altaar, dat reeds in 1409 bestond * , was een vicarie verbonden. De inkomsten daaruit trok sinds 1419 de kapelaan * .
Koekange kreeg in 1331 een eigen kerk en werd dus afgescheiden van de moederkerk in Blijdenstein * . Het in de huidige gemeente Ruinerwold gelegen Cralo behoorde tot de parochie van Meppel * . Ruinerwold maakte deel uit van de heerlijkheid Ruinen. Direct na de hervorming waren dan ook hierover problemen tussen de Landschap en de heer van Ruinen. De heer was onafhankelijk, ook op kerkelijk gebied, en zond geen predikanten naar de synode. Pas in 1617 liet hij hen met een akte van non-prejudicie (onder voorbehoud van alle rechten) gaan * . Ook over de benoeming van predikanten waren hier dezelfde moeilijkheden als in Ruinen. Johannes Christiani was de laatste priester en werd de eerste predikant * . Omdat de Landschap in de rechten van de abdij Dikninge was getreden, eiste zij ook het benoemingsrecht van de predikanten voor zich op. Uiteindelijk werd dit toegestaan, maar pas na vele moeilijkheden * . Na 1816 had de koning het collatierecht.
De kerk in Ruinerwold was oorspronkelijk een Romaanse * . In de vijftiende eeuw moet er veel veranderd zijn: er kwam een typisch Drentse toren, het schip werd gemoderniseerd en er werd een koor aangebouwd. Waarschijnlijk in de zestiende eeuw werd een smalle noordbeuk bijgebouwd. In de jaren 1920-1923 is het gebouw gerestaureerd.
Zie Drents Archief
|